CTS GROUP is sinds 2017 autosponsor van meerkampster Anouk Vetter. Vier maanden geleden bemachtigde zij een zilveren medaille op de Olympische Spelen in Tokyo. Een prestatie waar wij mega trots op zijn! Hoe heeft Anouk zelf de Spelen ervaren? Je leest het in deze update, mét foto’s uit haar persoonlijke archief!

Tokyo 2021

In mei was het nog de vraag of ik überhaupt mee zou doen met de Olympische Spelen. Eind mei was ik toch gekwalificeerd: ik had de limiet gehaald bij het kwalificatietoernooi in Oostenrijk. Een enorme opluchting en ik kon beginnen met de voorbereidingen voor de Olympische Spelen. Naast de zware trainingen op de baan en in de krachtruimte, trainden we ook in de klimaatkamer. In deze ruimte werd de temperatuur en luchtvochtigheid van Tokyo nagebootst. De zevenkamp zou vroeg in de ochtend starten en laat op de avond eindigen. Het worden dus twee lange dagen. 

De laatste dagen in Nederland ging het jetlagprotocol in. Dat betekende steeds vroeger naar bed en eerder opstaan. Uiteindelijk stond ik de dag van vertrek om 04:00 uur op. Wij vertrokken twee weken voor de start van de meerkamp richting Japan. We bleven tien dagen in Chiba en gingen vier dagen voor de start van de meerkamp het Olympisch dorp in. De tien dagen in Chiba waren fijn. Het was wennen aan de warmte, luchtvochtigheid en het tijdsverschil. Maar door de goede voorbereiding ging dit best snel. De trainingen gingen goed. Ik voelde dat ik steeds scherper werd. De spanning nam natuurlijk ook toe, maar ik probeerde mezelf kalm te houden. Het leven in Chiba bestond uit: slapen, eten, trainen, eten, rusten, trainen, eten, Netflix en slapen. Heel spannend was het dus niet, maar het lijf reageert hier altijd top op. Geen afleidingen en wat je doet, doe je vol focus. 

Wij vertrokken de zondag naar het olympisch dorp. We zaten met het Team NL op een prachtige plek aan de rand van het olympisch dorp, dichtbij het water. Het is altijd bizar hoe groot het dorp is en hoeveel sporters er rondlopen. Ook blijft het top dat team NL echt als een eenheid voelt. Allemaal verschillende sporten en sporters, maar toch één team. 

Maandag ging ik naar het stadion voor een warming-up voor de wedstrijd. Dit bestond voor mij uit inlopen, rekken, skipping en activatie. Om uiteindelijk drie horden uit blok te lopen. Het starten ging goed en ik voelde me prima. Toch is het altijd spannend, want je weet dat de volgende keer dat je hier staat de olympische zevenkamp gaat beginnen. Na de warm-up zijn we het stadion ingelopen. Het was prachtig en zo groot! Echt niet normaal. Als dit stadion vol had gezeten, was het magisch geweest. Maar helaas, corona. We moeten het doen met een leeg stadion.

Eerste dag

De nacht voor de meerkamp is altijd wel prima. Maar zodra je wakker wordt, staan de zenuwen aan. Het is voor mij altijd een strijd om te eten op wedstrijddagen, want die zenuwen zitten dan behoorlijk in de weg. We stonden vier uur voor de start op. Het ontbijt zat er in en we gingen op weg naar het stadion. De warming-up ging goed. Ik zat in de snelste serie, middelste baan. Ik zag de meiden die in de eerste paar series zaten vertrekken. Toen werd mijn serie omgeroepen en moest ik richting de call-room. Hier worden je wedstrijdkleding en spikes gecontroleerd (de puntjes mogen niet te lang zijn). Mijn trainingsmaatje Emma zat in de serie voor mij en toen ik stond te wachten zag ik haar tijd voorbij komen. Deze was super snel. En dat gaf mij ook moed, want in training liep ik altijd voor Emma. Toen was ik aan de buurt, tussen de snelste meiden van het veld. Ik wilde hard starten en verder mijn eigen race lopen. Mijn start was top en ik kon goed meelopen met de snelle Amerikaanse die naast mij liep. Uiteindelijk finishte ik als 3e. Ik liep 13.09s, nog nooit heb ik zo hard gelopen. Dit was een tijd waar ik van droomde. Een droomstart dus. 

Anouk bij de olympische ringen

Het wedstrijdschema was krap. Ik mocht niet eerst naar de kleedkamer, maar moest op de baan blijven en direct naar het hoogspringen. De meiden uit de vorige series waren al aan het inspringen. Het hoogspringen. Een moeilijk onderdeel van mij. Jarenlang kreeg ik altijd last van mijn knie tijdens het hoogspringen. Maar hier in Tokyo ging het goed. Alles viel op zijn plek en ik sprong mijn tweede hoogte ooit, 1 m en 80 cm. 

Na het hoogspringen was er een lange pauze en gingen we terug naar het olympisch dorp. Dit was een klein halfuur met de bus. Ik probeerde weer wat te eten en even te ontspannen op bed. Daarna kreeg ik een fysio behandeling en begin van de avond gingen we weer terug naar het stadion.

Het kogelstoten. Meestal een goed onderdeel van mij en ten opzichte van de concurrenten pak ik hier veel punten. Het instoten ging okay. Niet fantastisch. In de wedstrijd hebben we drie stoten, dus drie kansen. Mijn eerste stoot verpeste ik. 13,80 m was mijn afstand, terwijl 15 m het doel was. Nog maar twee pogingen. Ik probeerde rustig te blijven en mij te blijven focussen op de technische punten. Stoot nummer twee. Absoluut niet mijn mooiste stoot, verre van, maar 15,23 m. Met die afstand kon ik tevreden zijn. De derde stoot was okay, maar niet verder dan stoot twee. Prima resultaat.

We eindigden de dag met een 200 meter sprint. We liepen dit rond 21:30 uur. Het was een lange dag, maar gelukkig op dit tijdstip niet meer heel warm. Ik zat weer in de snelste serie en kreeg een mooie baan toegewezen. Mijn doel was om hard te starten, lang naar beneden te blijven kijken en zodra ik de bocht uitkwam (dus na 100 m) te gaan pushen. Het startschot ging en mijn start was weer top. Ik pushte hard en kwam als eerste bij de bocht, maar daar maakte ik een fout. Ik ging ‘mooi’ lopen, terwijl ik moest pushen (dan maar wat minder mooi). Ik finishte als tweede in mijn derde tijd ooit. In het veld was deze tijd echt top, toch baalde ik omdat ik mijn plan niet had gevolgd.

Surprise…

En toen kwam ik bij de pers. De pers staat altijd een metertje of twintig van de finish, dus daar kom je altijd vrij emotioneel en uitgeput aan. Zij waren enthousiaster dan ik, want ik stond op positie een. Wat natuurlijk geweldig is. Maar dit was na vier onderdelen en morgen heb ik er nog drie te gaan. Er kon van alles nog mis gaan. Dit laatste was vooral mijn gedachte toen ik daar stond. Nu ik dit aan het typen ben denk ik alleen maar: ‘Wauw, dat was toch gewoon geweldig!’. Na dag een op de eerste positie staan! Toen probeerde ik vooral de verwachtingen weg te halen. Zowel bij de pers als bij mezelf. Misschien wel meer bij mezelf, omdat ik gewoon al heel trots was dat ik zo aan het genieten was en het zo goed deed. Ik wilde niet dat dat zou veranderen.

Tweede dag

De nacht tussen de twee meerkampdagen is altijd verschrikkelijk. In je hoofd ben je nog steeds in de meerkamp, waardoor het ontspannen niet echt lukt. Maar dan moet je maar gewoon denken: zolang ik lig, rust ik uit. Maar ik heb maar vier uurtjes gelegen. Want we waren laat thuis, daarna nog eten en een fysio behandeling. En de wekker ging alweer om 05:30 uur. De warming-up die dag heeft nog nooit zo slecht gevoeld. Of nouja, mijn lijf had nog nooit zo slecht gevoeld. Maar uit ervaring weet ik dat dit altijd goed komt. 

Het eerste onderdeel van dag twee was het verspringen. Dit vond ik het spannendste onderdeel van de meerkamp. Ik miste het gevoel een beetje de weken voor de zevenkamp. De eerste sprong was oké, maar helaas ongeldig. De stress sloeg nu wel een beetje toe, want nu had ik nog maar twee pogingen waarin het moest gebeuren. Zo goed voelde de sprong van poging twee ook niet, maar ik zag de ontspanning op de gezichten van mijn coaches. 6,42 meter: mijn beste sprong ooit is 6,49 m. Tijd voor sprong drie. Ik moest iets meer doorlopen in de laatste passen van mijn aanloop. Dit lukte en ik sprong 6,47 m. Ik was zo blij met deze prestatie, dat ik na het verspringen echt een moment had van opluchting. 

We hadden een pauze van twee uur en toen begon het speerwerpen. Speerwerpen is meestal mijn beste onderdeel en dit geldt ook voor mijn grootste concurrent. Het inwerpen was oké, maar zeker niet geweldig. Ik merkte dat ik door de vermoeidheid moeite had met de timing. Mijn worpen waren prima, maar ik heb de speer geen één keer goed geraakt. Alle drie de pogingen waren vrij gelijk, maar ik heb hier zeker drie meter laten liggen. Na het speerwerpen baalde ik enorm, want ik stond nu op zilver. Wat natuurlijk geweldig is, maar ik baalde van het speerwerpen.

Anouk met haar vader en zilveren medaille

We gingen na het speerwerpen weer naar het olympisch Dorp, want het laatste onderdeel, de 800 meter, startte pas om 22:00 uur. Weer even eten, liggen en naar de fysio. De warming up voor de 800 m voelde goed en ik had er zin in. Ik was nu zo dichtbij een Olympische medaille, dat voelde zo onwerkelijk. Ik kreeg net voor de race kramp in mijn kuit. ‘Nee, niet nu!’, was alles wat ik dacht. Maar gelukkig tijdens het hardlopen heb ik er geen moment last van gehad. Het was een rare race. Meestal lopen we het eerste rondje harder dan het tweede rondje. Maar dat was nu niet zo. Ik liep mijn tweede tijd ooit op de 800 m. Ik liet me na de race op de grond vallen en het enige wat ik dacht was: ‘ik heb een OLYMPISCHE MEDAILLE!’. Dit voelde zo bizar en onwerkelijk… De eerste vijftien minuten na de race stond ik vol ongeloof iedereen om me heen te feliciteren met hun olympische zevenkamp (want ja in de omstandigheden van Tokyo was dat al een geweldige prestatie). Pas toen ik mijn coach en de hoofdcoach zag en kon zien dat zij het niet meer droog hielden, begon ik ook te huilen. Ik heb denk ik acht minuten ongekend hard gehuild. Alles van afgelopen twee jaar kwam omhoog. Het moment tijdens het WK in 2019 toen ik er helemaal doorheen zat tot het moment dat ik hier stond na de 800 m. Het was zo’n bizarre reis. En ik was gewoon ongelofelijk trots op mijn team en ook op mezelf. Ik heb denk twee minuten gebaald dat het geen goud was, maar de Belgische dame was gewoon beter. En ik ben heel gelukkig met zilver (met een gouden rand). Een zilveren medaille en een nieuw Nederlands record!

Magisch

Jezelf zo verrassen blijft een magisch gevoel. Sommige mensen vinden het gek dat ik mezelf verras, want ja, je bent toch gewoon goed. Toch kijk ik daar anders naar. Ja, ik ben goed in atletiek. Maar op zo’n toernooi moet je meer zijn dan alleen goed in atletiek. Je moet mentaal goed zijn in omgaan met de druk en alle andere factoren die je erbij krijgt zoals in Tokyo de luchtvochtigheid. En ik hou het simpel voor mezelf. Ik verwacht niet te veel en doe gewoon ongelofelijk hard mijn best, zodat ik mezelf niks kwalijk kan nemen. Maar zoals ik op de kaart had geschreven: bedankt voor onze samenwerking. Want ook dankzij jullie heb ik mij geweldig kunnen voorbereiden op de Spelen en rij ik elke keer veilig en met plezier in mijn auto naar de trainingen en wedstrijden! 

Bedankt!

ANOUK